Uitstel van betaling

Incasso van mijn vorderingen of ben ik te laat?

Het was de laatste tijd weer volop in het nieuws: oplopende schulden bij een grote winkelketen. Huurschulden die niet betaald worden, maar ook leveranciers die hun geld niet krijgen. En enige tijd later: schuldeisers die aangeven dat waarschijnlijk binnenkort het faillissement wordt uitgesproken en dat zij dan achter in de rij staan.

Uitstel van betaling betekent geld missen

Is dit herkenbaar voor u, heeft u ook een debiteur die al lang niet heeft betaald en hoort u in de wandelgangen dat het niet goed gaat? Dit kan voor een ondernemer een groot probleem zijn, zeker als het gaat om een grote vordering. Uitstel van betaling betekent dat u voorlopig geld mist dat u niet kunt gebruiken voor uw bedrijf. Uw goede klant die altijd ‘op krediet’ kocht, kan plotseling uw grootste bedreiging worden. Zeker als uw omzet vooral afkomstig is van enkele grote afnemers.

Wie schakelt u in (en de slagingskans)?

U wilt alsnog zo snel mogelijk beschikken over uw geld en denkt erover na om een incassobureau in te schakelen. Van Loon incasso advocaten is niet zomaar een incassobureau maar een incasso advocaat met jarenlange ervaring in het incasseren van onbetaalde vorderingen. Maar belangrijker, wij zijn daarin ook zeer succesvol. Het maakt nogal verschil of uw debiteur een briefje krijgt van een doorsnee incassobureau of op briefpapier van een advocatenkantoor wordt gesommeerd tot betaling.

Een brief van ons kantoor is in de grote meerderheid van de gevallen al voldoende om ervoor te zorgen dat uw debiteur eieren voor zijn geld kiest. In het kader van een incasso is dat betalen binnen de gestelde termijn. Gaat het om een vordering die u heeft op particulieren, dan wordt daarmee immers voorkomen dat er ook incassokosten moeten worden betaald. Voor vorderingen op bedrijven geldt dat niet, maar kunnen wij uw debiteur wel een laatste kans bieden om ook zonder incassokosten alsnog te betalen. Ons slagingspercentage is 92% en wij boeken onze successen voor het grootste deel zonder dat we daarvoor behoeven te dagvaarden (dus buitengerechtelijk).

En de kosten?

In de buitengerechtelijke fase werken wij in principe op basis van no cure, no pay. Uw debiteur moet de incassokosten betalen. Zoals gezegd, kunnen we uw debiteur eerst nog een laatste kans geven om zonder bijkomende incassokosten te betalen, maar gebeurt dat niet, dan moet uw debiteur ook onze incassokosten betalen (tenzij u deze voor uw rekening neemt, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling en als er niet betaald wordt, kunnen we gewoon dagvaarden).

Uitstel is afstel

Belangrijk voor u is: voorkomen dat uitstel van betaling leidt tot afstel. Dat laatste kan gebeuren als u bijvoorbeeld het volgende laat gebeuren:

  • U laat uw klanten ‘op krediet’ bestellen: niet direct betalen bij bestelling betekent uitstel van betaling, met alle risico’s van dien;
  • U laat dit ‘krediet’ hoog oplopen: dit gebeurt nogal eens als een klant in korte tijd grote orders plaatst die snel geleverd moeten worden;
  • U zorgt niet voor zekerheid waarmee het risico van leveren op krediet wordt afgedekt, zoals bijvoorbeeld het vestigen van een pandrecht, overeenkomen van een eigendomsvoorbehoud of het laten meetekenen door de ondernemer in privé;
  • U neemt uw eigen betalingstermijnen niet serieus en laat uitstel van betaling langer voortduren dan nodig is: in dat geval veroorzaakt u zelf dat u steeds de laatste bent die wordt betaald.

Kortom, u kunt en moet zelf ook het nodige doen om te voorkomen dat uitstel van betaling afstel van betaling wordt. Belangrijk daarbij is dat u uw incasso’s ook op tijd uit handen geeft.

Het grote voordeel van een advocatenkantoor

Desondanks gebeurt het regelmatig dat het toch fout gaat en uw debiteur uitstel (of surseance) van betaling krijgt en vervolgens failliet gaat. In zo’n geval is een incassobureau inschakelen een goed idee. Met Van Loon incasso advocaten heeft u een grote voorsprong. Wij kunnen dan gelijk voor u onderzoeken of de ondernemer in privé aansprakelijk is voor het aangaan van de betalingsverplichting voor de geleverde goederen of diensten op de B.V. Want als hij wetende dat zijn onderneming die niet kon betalen bestellingen heeft geplaatst, zorgt dat ervoor dat hij als bestuurder ook zelf aansprakelijk wordt voor deze schulden.

Van Loon incasso advocaten kan bij volhardende wanbetaling als ultiem incassomiddel ook het faillissement aanvragen van uw debiteur. In veel gevallen willen ondernemers niet failliet gaan en zal dat er dan alsnog toe leiden dat men het geld ergens vandaan haalt (bijv. uit privé) en alsnog over gaat tot betaling.

Kortom, uitstel van betaling is een probleem, maar schakelt u ons dan wel op tijd in. Van Loon incasso advocaten, linker dan de rechter!

Advocaat, deurwaarder of incassobureau?

Het ene incassobureau is het andere niet. Helaas zitten er onder de vele incassobureaus rotte appels die de gehele branche een slecht imago geven. De voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVI) Jet Creemers, heeft zich hier destijds ook over uitgelaten en gaf aan dat het gebrek aan controle op het gedrag van incassobureaus leidde tot excessen bij het innen van vorderingen, zoals intimidatie en bedreiging.

Registratie voor incassobureaus verplicht

Daar gaat verandering in komen met de Wet Kwaliteit incassodienstverlening. De bedoeling was dat deze wet 1 juli 2023 in werking zou treden. Dat zal waarschijnlijk later worden. Zodra de wet in werking treedt, moeten alle incassobureaus zich laten inschrijven in een register, anders mogen zij geen incassodiensten (hierna wordt dit woord gebruikt in de zin van de wet) meer verrichten en plegen zij een economisch delict.

De registratieplicht geldt niet voor advocaten en deurwaarders omdat die via hun eigen tuchtrecht al onder verscherpt toezicht staan. Incassobureaus kunnen niet ingeschreven worden of blijven als er sprake is van voorafgaande strafrechtelijke veroordelingen of een eerder faillissement. De bedoeling is om op die manier de rotte appels uit de branche te krijgen.

Incassobureaus moeten voldoen aan kwaliteitseisen

Na de inwerkingtreding van de nieuwe wet moeten alle incassomedewerkers voldoen aan behoorlijke kwaliteitseisen. Het is dan bijvoorbeeld niet meer toegestaan dat incassopersoneel incassodiensten verricht zonder daarvoor goed opgeleid te zijn. Ook moet incassopersoneel steeds cursussen blijven volgen om up to date te blijven en moet voldoende kennis en kunde ook worden bewezen met het behalen van toetsen.

Wat is dan nog het verschil tussen een advocaat, deurwaarder en incassobureau?

De vraag kan rijzen of het dan nog wel uitmaakt of je een incasso advocaat, deurwaarder of incassobureau inschakelt. Het antwoord is: jazeker! Om beslag te kunnen leggen, moet bijvoorbeeld een advocaat worden ingeschakeld die daarvoor toestemming moet vragen van de voorzieningenrechter. Een deurwaarder of incassobureau inschakelen is dan niet handig, aangezien zij een advocaat nodig hebben om die toestemming te vragen.

Dat geldt ook voor het vragen van faillissement (als het ultieme incassomiddel) en voor het voeren van een incassoprocedure voor geldvorderingen boven de €25.000,-. Dat kan alleen een advocaat doen.

Bij Van Loon Incasso Advocaten kun je wel terecht voor deze kwesties. Omdat we niet enkel een no cure no pay incassobureau zijn, maar ook actief zijn in de advocatuur, hebben we meer mogelijkheden om verder te gaan dan een incassobureau.

De veiligheid van uw geld

Maar er is nog een belangrijk verschil tussen een incassobureau, deurwaarder en advocaat. Uw geld is bij incassobureaus en deurwaarders vaak onvoldoende veilig. Dit heeft te maken met de kwaliteitsrekening waarop uw geld wordt beheerd.

Een kwaliteitsrekening is een rekening die gescheiden is van het vermogen van het incassobureau en de deurwaarder en waarop uw geld (de zgn. derdengelden) per zaak overzichtelijk worden geregistreerd en bijgehouden.

Er is echter maar één persoon die kan beschikken over het geld op de kwaliteitsrekening en dat is het incassobureau of de deurwaarder. Helaas is het de laatste jaren regelmatig voorgekomen dat hiervan misbruik is gemaakt en dat men deze derdengelden (uw geld) gebruikte voor de eigen onderneming.

Dit gebeurde op grove wijze door het doen van een ‘greep in de kas’ als ook op minder grove wijze. Het geld van de opdrachtgevers werd dan gebruikt met de bedoeling om dit op korte termijn weer terug te storten. In dat laatste geval ging het niet zomaar om rotte appels, maar soms om zeer grote (deurwaarders)kantoren.

Bijvoorbeeld een zeer gerenommeerd Incasso- en Gerechtsdeurwaarderskantoor, met vestigingen in Den Haag en Rotterdam, dat de salarissen van zijn 75 medewerkers niet meer kon betalen en daarvoor het geïncasseerde geld aansprak. Geld wat debiteuren hadden betaald en toekwam aan de opdrachtgevers.

Dit wordt als een doodzonde beschouwd binnen de incassobranche. Het betrof een tekort van naar verluidt drie miljoen euro op de kwaliteitsrekening. Een bedrag dat niet zomaar kon worden aangezuiverd. De deurwaarders zijn voor zes maanden geschorst, en u kunt fluiten naar uw geld.

Een aparte stichting voor het derdengeld!

De advocatuur is één van de weinige branches die dit beter hebben geregeld. In de advocatuur mogen sinds geruime tijd derdengelden alleen nog worden ontvangen op een rekening van een aparte Stichting Derdengelden.

De Stichting Derdengelden is een andere juridische entiteit dan het kantoor zelf, zodat vermenging van vermogens niet kan plaatsvinden. Maar wat misschien nog belangrijker is: over de derdengelden kan de advocaat niet beschikken zonder toestemming van een onafhankelijke derde. Ook hieraan is echter wel een maar verbonden: vaak zijn het twee advocaten van hetzelfde kantoor die samen wel kunnen beschikken over de derdengelden van de Stichting.

Van Loon Incasso Advocaten heeft er daarom voor gekozen om in het bestuur van haar Stichting Derdengelden een onafhankelijke derde op te nemen: een accountant die iedere vrijdag alle betalingen controleert.

Het zal uw geld maar zijn…

Bij ons staat uw geld veilig zonder dat iemand (waaronder wijzelf) daarover kan beschikken, onder voorbehoud van expliciete goedkeuring door een externe accountant. Dit is één van de grote voordelen van het feit dat wij een advocatenkantoor zijn. Meer er zijn er nog veel meer. Zo hoeft het inschakelen van Van Loon Incasso Advocaten ook niet duurder te zijn (lees meer over de kosten van een incassobureau). Kies daarom voor Van Loon Incasso Advocaten!

Hoe werkt een incassoprocedure?

Voor veel ondernemers is het opstarten van een incassoprocedure onbekend terrein. Als de facturen niet op tijd worden betaald, stuurt men een herinnering en daarna nog een. Men pleegt vervelende telefoontjes, maar ondanks dat alles blijven de facturen nog altijd onbetaald. Op dat moment moet er een beslissing genomen worden: of afboeken, of een incassobureau inschakelen.

Onze ervaring is helaas dat veel ondernemers onbetaalde facturen ‘gewoon’ afboeken. Het bedrag is te laag om er nog meer energie in te steken en men wil ook geen kosten maken. Die beslissing is vaak te wijten aan het feit dat men niet weet hoe effectief Van Loon Incasso Advocaten is en dat in de meerderheid van de gevallen een incassoprocedure per saldo niets kost! Van Loon Incasso Advocaten werkt namelijk als no cure no pay incassobureau, waarbij je niets betaald indien wij niets incasseren. Daarom hieronder een uitleg over de vraag: ‘hoe werkt een incassoprocedure?’.

Hoe werkt een incassoprocedure precies? 4 trajecten

1: Het pre-incassotraject

Veel ondernemers hebben na al de moeite die ze al hebben gestoken in het sturen van herinneringen en het plegen van de telefoontjes die steeds niets opleverden, gewoon geen zin om er nog meer negatieve energie in te stoppen. Dat is ook niet nodig, u kunt uw facturen in plaats van af te boeken gewoon via www.incassoadvocaten.nl uploaden.

Binnen 24 uur sturen wij uw debiteuren dan op ons briefpapier de pre-incassobrief. Voor consumenten heet dat de 14-dagen brief, waarin zij nog éénmaal de kans krijgen om binnen 14 dagen zonder incassokosten te betalen. In meer dan 80% van de gevallen wordt er daarna direct betaald. Uw zakelijke debiteuren zijn direct incassokosten verschuldigd, maar wij kunnen ook hen nog een laatste kans geven om alsnog zonder kosten te betalen.

2: Het buitengerechtelijke/minnelijke incassotraject

Als er na de 14 dagen nog niet wordt betaald, sturen wij een aanmaning en ten slotte een sommatie met laatste korte termijn, waarbinnen betaald moet worden om een gerechtelijke procedure te voorkomen. Uw debiteur is inmiddels behalve het factuurbedrag ook wettelijke rente en incassokosten verschuldigd, die wij optellen bij uw vordering.

Als uw debiteur geen zin heeft in een procedure en alles betaalt, kosten deze eerste twee fases u niets! En betaalt een debiteur al na onze pre-incassobrief waardoor er nog geen incassokosten verschuldigd zijn, dan rekenen wij daar voor u een vast tarief van slechts € 25,- excl. btw voor.

3: Het gerechtelijke incassotraject

Als uw debiteur nog steeds niet heeft betaald, komt u voor de keus te staan: of gaan procederen, of het dossier kosteloos sluiten en alsnog afboeken. Wij geven u hierover standaard vrijblijvend een advies.

Als wij u adviseren om te gaan dagvaarden, zullen wij van u een depot vragen voor de kosten van derden (deurwaarder en griffierecht). Bij wat grotere vorderingen (in principe boven de € 3.000,-) stellen wij de dagvaarding gratis op voor u, bij kleinere vorderingen rekenen wij daarvoor € 150,- excl. btw. In veel van onze incassozaken waarin wij dagvaarden, komt de debiteur niet opdagen. De vordering wordt dan in principe volledig toegewezen. Komt deze echter wel opdagen en wordt er verweer gevoerd, dan gaat ons uurtarief lopen (maar ook pas dan).

Stap 4: De executiefase

Zodra de rechter uw vorderingen heeft toegewezen in een (verstek)vonnis, breekt de executiefase aan. Uw debiteur wordt nog eenmaal de gelegenheid gegeven om al hetgeen waarin hij/zij is veroordeeld vrijwillig en zonder verdere (executie)kosten te betalen. Gebeurt dat niet, dan geven wij het vonnis uit handen aan de deurwaarder die vervolgens beslag kan gaan leggen voor uw factuurbedrag en alle daarbij gekomen kosten.

Ook de incassokosten zullen dan worden verhaald op uw debiteur. Heeft uw debiteur verstel laten gaan en kan de deurwaarder vervolgens al het geld alsnog binnenhalen, dan hebben ook de laatste twee fases van het hele incassotraject u niets gekost. Dus pas wanneer er inhoudelijk verweer gevoerd wordt of de executie niet lukt, komen er kosten voor uw rekening.

Heeft uw debiteur geen geld of goederen waarop beslag gelegd kan worden, dan heeft u in principe nog 20 jaar om gewapend met het vonnis later alsnog verhaal te halen op uw debiteur!

Vrijwel altijd levert een incassoprocedure meer op dan dat het kost. Schrijf uw onbetaalde facturen dus niet zomaar af maar geef ze uit handen aan ons.

Hoe werkt een letselschadezaak?

Letselschade kan ontstaan door een verkeersongeval, een bedrijfsongeval, door medische fouten of door een mishandeling waarbij het slachtoffer letsel oploopt. De vraag is dan altijd wie aansprakelijk is en waarvoor. De zaak waarover dit artikeltje gaat betrof een verkeersongeval, waarin de Rechtbank Rotterdam op 24 maart 2022 een uitspraak deed (ECLI:NL:RBROT:2022:2398).

Op 5 april 2019 stond een automobilist te wachten voor een rood verkeerslicht toen hij werd aangereden door een cementwagen (kop-staart botsing). De aanrijding had behalve de schade aan de auto nogal wat impact. De automobilist stelt als gevolg van het ongeval letsel te hebben opgelopen aan zijn nek, rug en linkerarm/schouder. Daarnaast heeft hij psychische klachten, hoofdpijn, concentratieverlies, verkeersangst en een verstoorde nachtrust. Daar komt ook nog bij dat hij slecht tegen licht kan. Voor al die klachten is de automobilist gezien door de huisarts, fysiotherapeut, psycholoog en medische specialisten in het ziekenhuis.

De erkenning van aansprakelijkheid door de verzekeraar is in zo’n geval geen probleem. Maar daarna begint vaak het getouwtrek over de zgn. causaliteit. Voor welke gevolgen van het ongeval is de verzekeraar aansprakelijk? Dat is vooral bij whiplashachtige klachten een probleem. Het kenmerkende van Whiplash Associated Disorder (WAD) letsel is namelijk, dat het niet met een Röntgenfoto of scan kan worden vastgesteld (in medisch jargon heet dat: geobjectiveerd).

Wat wel kan worden vastgesteld, is bijv. slijtage in de nek. Wat nogal eens voorkomt in dit soort zaken, is dat de verzekeraar op zoek gaat naar van men noemt een predispositie: zijn er in de medische informatie van het slachtoffer aanknopingspunten te vinden voor de stelling dat er al problemen waren met de nek vóór het ongeval? Dat speelt ook in deze zaak, zoals hierna zal blijken. Het komt ook nog regelmatig voor dat een verzekeraar de causaliteit ontkent omdat de klachten niet objectiveerbaar zijn. Dat gebeurt vooral als er geen logisch en samenhangend verhaal is en als de klachten niet erg voor de hand liggen.

Het moet dus gaan om een logisch, consistent, consequent en samenhangend patroon van klachten. Daarbij is goede dossiervorming van groot belang. Het daarom sterk aan te raden om op tijd een advocaat in te schakelen, die dan alle medische informatie kan opvragen en een medisch adviseur kan inschakelen. Dat gebeurde in deze zaak ook. Het medisch advies van de zijde van het slachtoffer, van Medi Themis, is interessant, omdat het precies aangeeft wat nu eigenlijk whiplashtrauma is:

Bij een whiplashtrauma hebben plotselinge energetische krachten ingewerkt op de (hals)wervelkolom. Het acceleratie-deceleratie traumamechanisme treedt op bij (auto)ongevallen en met name bij aanrijdingen van achteren of van de zijkant. Het mechanisme resulteert in een, waarschijnlijk tijdelijke, beschadiging van de weke delen van de (hals)wervelkolom (“whiplash injury”) en kan een verscheidenheid aan klachten veroorzaken (hoofdpijn, rugpijn, nekpijn en zelfs cognitieve klachten).
De medisch adviseur oordeelde dat de rug- en nek schoudergordelklachten, die in aansluiting op het ongeval zijn ontstaan, verklaarbaar zijn vanuit het traumamechanisme.

De (medisch adviseur van de) verzekeraar dacht daar anders over en wilde maar een klein deel van de schade vergoeden. De automobilist daarentegen wilde vergoeding van zijn verlies aan verdiencapaciteit omdat hij door de klachten met zijn persoonlijke holding sinds het ongeval € 5.605,00 per maand had misgelopen, dat is netto € 4.540,05 per maand (verlies aan verdienvermogen als schadepost is niet belast en moet dus netto worden berekend) en over 11 maanden € 49.940,50. De overige schadeposten bestonden uit (niet verzekerde) medische kosten, huishoudelijke hulp, vervoer- en parkeerkosten, verhoogde economische kwetsbaarheid en smartengeld.

Partijen kwamen niet tot vaststelling van de (oorzaak van de) schade. In zo’n geval kan een zgn. deelgeschil worden opgestart (artikel 1019w Rv). Dit artikel geeft een persoon de mogelijkheid om de rechter te vragen een beslissing te menen over een deel van het geschil. De rechter lost niet het hele geschil op maar de knelpunten om te komen tot een vaststellingsovereenkomst. Het doel van de deelgeschilprocedure is de vereenvoudiging en versnelling van de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade. Er kan een beslissing worden genomen over de aansprakelijkheid, de causaliteit, een (voorschot op) de schade en wat verder nodig is (aan bijv. medische onderzoeken) om te komen tot een vaststellingsovereenkomst. Ook over de kosten voor rechtsbijstand kan de rechter een uitspraak doen. Belangrijk om te weten bij dit soort zaken is, dat het dan gaat om de daadwerkelijke kosten (en niet, zoals in de meeste procedures, slechts om een kleine tegemoetkoming daarin).

Wat ook van belang is om te vermelden, is dat de rechter in een deelgeschil zoveel mogelijk ‘uitdrukkelijk en zonder voorbehoud’ oordeelt. Voorwaarde daarbij is wel, dat de rechter op basis van de stukken die in het dossier zitten, moet kunnen vaststellen of het slachtoffer een aanspraak heeft op schadevergoeding die de reeds betaalde voorschotten ruim overstijgt.

Voordat kan worden toegekomen aan de vraag of het slachtoffer schade heeft geleden, dient in de eerste plaats te worden beoordeeld: a. of bij het slachtoffer sprake is van klachten en b. of er causaal verband bestaat tussen het ongeval en de klachten. De bewijslast hiervan rust op het slachtoffer. Daarbij passen twee belangrijke nuanceringen. Het recht komt namelijk het slachtoffer in deze bewijslast te hulp als er sprake is van schending van een verkeers- of veiligheidsnorm of door bepaalde gedragingen van de andere partij een gevaar in het leven is geroepen dat zich heeft verwezenlijkt. In dat geval wordt er in beginsel vanuit gegaan dat de klachten (mits er een logisch verband is, dit wordt het zgn. conditio sine qua non-verband genoemd, voorwaarde zonder welke niet) een gevolg zijn van de schending van die normen of de gevaarzetting.

In dit geval ging het om het schenden van een verkeersnorm. De rechter overwoog als volgt:

In een zaak als de onderhavige mag echter aan het te leveren bewijs geen al te hoge eisen worden gesteld. Het ontbreken van een specifieke medische aantoonbare verklaring voor de klachten staat niet in de weg aan het oordeel dat het bewijs van het oorzakelijk verband geleverd is. Tot op zekere hoogte komt het immers voor risico van de aansprakelijke partij dat het slachtoffer van een verkeersongeval daardoor ook klachten kan ondervinden die zich slechts in beperkte mate lenen voor objectivering. Het gaat niet om medische maar om juridische causaliteit. Voor het aanwezig zijn van het juridisch causaal verband gaat het erom of de klachten als zodanig daadwerkelijk bestaan en dat die klachten mede gelet op de toedracht van het ongeval daaraan redelijkerwijs kunnen worden toegeschreven. Indien komt vast te staan dat het slachtoffer vóór het ongeval deze klachten niet had, de klachten op zich door het ongeval veroorzaakt kunnen worden en een alternatieve verklaring voor de klachten ontbreekt, zal het bewijs van het oorzakelijk verband veelal geleverd zijn.
Om dit niet al te makkelijk te maken, is ‘enige objectivering van de – subjectieve – klachten’ wel vereist, aldus de rechtbank.

Enige objectivering van de – subjectieve – klachten is echter wel vereist. Daarvoor is noodzakelijk en voldoende dat bij zorgvuldige beoordeling van alle (medische) informatie kan worden vastgesteld dat bij [het slachtoffer] sprake is van een consistent, consequent en samenhangend patroon van klachten.
Juist op dat punt had de verzekeraar zijn pijlen gericht: het dossier was niet compleet. Volgens de verzekeraar was dat verwijtbaar en in strijd met de waarheidsplicht van artikel 21 Rv gedaan. In dat betoog volgt de rechter de verzekeraar niet. Deze had echter ook aangevoerd dat er in de behandelend sector ook geen medische afwijkingen als gevolg van het ongeval waren vastgesteld. Daarbij werd een andere troef uitgespeeld: het zou gaan om een low impact aanrijding. De verzekeraar stelde verder dat er sprake was van een predispositie bij de automobilist: “Wel is er sprake van slijtage van de nekwervelkolom en van stress, hetgeen alternatieve oorzaken zijn voor de door [het slachtoffer] gestelde klachten. Een juridisch causaal verband ontbreekt derhalve eveneens. Verder is [het slachtoffer] niet onder behandeling (geweest) van een psycholoog of psychiater zodat [de verzekeraar] betwist dat [het slachtoffer] daadwerkelijk psychische klachten heeft.”

Dit is een gevaarlijk en doeltreffend verweer als het dossier inderdaad hiaten vertoont. Dat was het geval. De rechtbank kon daarom niet anders dan oordelen, dat hoewel er stukken in het geding zijn gebracht ter onderbouwing van de door hem gestelde klachten, op dit moment niet kan worden vastgesteld dat deze klachten ook daadwerkelijk bij hem aanwezig zijn. “Er is geen rapport van een medisch deskundige (zoals een neuroloog) die op basis van eigen onderzoek in kaart heeft gebracht wat de klachten en beperkingen van de automobilist zijn. Een beoordeling of deze klachten en beperkingen het gevolg zijn van het ongeval, ontbreekt eveneens. Verder ontbreekt, zoals [de verzekeraar] terecht heeft aangevoerd, medische informatie van voor het ongeval zodat niet kan worden uitgesloten dat [het slachtoffer] voor het ongeval al bekend was met de door hem gestelde klachten.” Dit bracht met zich mee dat de rechtbank niet kon beoordelen in hoeverre de automobilist als gevolg van het ongeval beperkt was in zijn werkzaamheden in zijn eigen bedrijf. De rechtbank kon dus niet vaststellen dat deze een aanspraak had op schadevergoeding die het reeds door de verzekeraar betaalde voorschot oversteeg. Het verzoek tot betaling van een voorschot van € 15.000,00 werd dan ook afgewezen.

Betekent dit nu dat ‘de kous daarmee af is’? Dat is niet het geval. De rechtbank geeft uitdrukkelijk aan dat de automobilist alsnog aan de verzekeraar kan aantonen dat de door hem gestelde klachten wel degelijk bij hem aanwezig zijn en het gevolg zijn van het ongeval. Daarvoor is nadere medische informatie nodig: van de psycholoog, de revalidatiedeskundige en informatie van vóór het ongeval. De rechtbank benoemd bij dat laatste onderdeel ook specifiek wat nodig is: “… het ongeclausuleerde huisartsenjournaal inclusief medicatie en brieven van specialisten van twee jaar voor het ongeval.” Verder is nog van belang dat de verzekeraar daarbij heeft toegezegd een zgn. Delta-v onderzoek uit te (laten) voeren om duidelijkheid te verkrijgen over de impact van de aanrijding.

Hiermee kunnen partijen verder en kan hopelijk alsnog een vaststellingsovereenkomst worden afgesloten. En de kosten van de advocaat werden ook vergoed. Schroom dus niet om uw letselschadezaak voor te leggen aan ons. Van Loon advocaten, linker dan de rechter!

De voordelen van incasso advocaten ten opzichte van een incassobureau

In principe mag iedereen een incassobureau starten. Het is geen beschermd beroep. Dit in tegenstelling tot de advocatuur. Elke advocaat is aangesloten bij de Orde van Advocaten en moet aan strenge eisen voldoen om zijn beroep te mogen uitoefenen. Strengere eisen dan welke beroepsgroep dan ook. Deze strenge eisen bieden ook mogelijkheden om verder te gaan dan een incassobureau.

De voordelen van incasso advocaten

  • Wij zijn bevoegd om te procederen boven een bedrag van € 25.000,00
  • We zijn gekwalificeerd op (internationale) juridische conflicten op te lossen
  • We halen vorderingen op partijen uit het buitenland op
  • We kunnen zwaardere incassomiddelen inzetten dan een incassobureau

Incasso advocaten zijn bevoegd om te procederen boven een bedrag van € 25.000,00

Waar een incassobureau bevoegd is om te procederen tot een bedrag van € 25.000,00, is dat voor incasso advocaten geen grens. Wij kunnen zonder problemen procederen bij bedragen boven de € 25.000,00.

We zijn gekwalificeerd op (internationale) juridische conflicten op te lossen

Daarnaast zijn we gekwalificeerd om (internationale) juridische conflicten op te lossen.

We halen vorderingen op partijen uit het buitenland op

Omdat wij als advocatenkantoor zoveel meer zijn dan zomaar een no cure no pay incassobureau, beschikken wij ook over de kennis en kunde om vorderingen op partijen in het buitenland binnen te halen. In Europa zijn de EEX-verordening en de Rome I-verordening van toepassing.

Daarin is bijvoorbeeld voor dienstverleners bepaald dat de rechter van vestigingsplaats waar de dienstverlener is gevestigd, bevoegd is om over de zaak te oordelen en dat het recht van de gewone verblijfplaats van de dienstverlener van toepassing is. U kunt uw debiteur elders in Europa dan gewoon in Nederland dagvaarden, volgens het Nederlandse recht. Wij weten ook in deze lastige materie van het internationaal privaatrecht onze weg feilloos te vinden.

We kunnen zwaardere incassomiddelen inzetten dan een incassobureau

Wij kunnen dus zwaardere incassomiddelen uit ons arsenaal inzetten, zoals het leggen van beslag of het indienen van een faillissementsaanvraag.

Vanaf welk bedrag kunt u een incassobureau in de arm nemen?

Veel ondernemers aarzelen om een incassobureau in te schakelen. Dit heeft vaak te maken met de hoogte van hun openstaande factuur. “Veel te laag om daarvoor kosten te maken”, is dan het idee. Laat staan om een dure advocaat in te schakelen met een uurtarief van € 250,- excl. BTW. Dit is echt een misvatting. Als u uw facturen niet betaald krijgt, moet u het zonder aarzelen uit handen kunnen geven ongeacht de hoogte van het bedrag.

Welke vordering u ook heeft, u hoeft niet bang te zijn voor hoge kosten. Wij werken in de buitengerechtelijke fase, waarin 86% van alle zaken wordt opgelost, op basis van no cure, no pay. Dus wordt er in die 14% van de gevallen onverhoopt toch niet betaald en wilt u na het buitengerechtelijke incassotraject niet over gaan tot een incassoprocedure, dan sluiten wij het dossier en kost het u niets.

De vraag is echter aan wie u uw vorderingen uit handen moet geven. We zetten een aantal scenario’s uiteen en geven u advies waar u op moet letten bij de selectie van een incasso advocaat.

Veel facturen, hoge omzet

Er zijn incassobureaus die zijn gefocust op ondernemers met een hoge omzet en veel onbetaalde vorderingen. Klinkt als de gouden graal, toch? Als u zich herkent in dit scenario, let dan met name op het slagingspercentage bij facturen met lage omzet. Wat we veel zien is dat de focus bij dit type incassobureau’s ligt bij de facturen met hoge omzet, want daar ligt de winst. Onder een bepaald factuurbedrag incasseren zij niet of nauwelijks, omdat dit teveel moeite en tijd kost en het dan te weinig oplevert. Wees hier dus scherp op bij de selectie en de verdere samenwerking.

Weinig facturen, hoge omzet

Er bestaan ook incassobureaus die zich uitsluitend richten op het incasseren van hoge facturen bij organisaties met een laag factuurvolume. Zij hebben het liefst ondernemers met af en toe een enkele debiteur, waarbij dan fors verdiend kan worden op één van de weinige facturen die onbetaald zijn gebleven. Het bureau verdient dan relatief veel geld voor weinig inspanning. Het knelpunt bij dit type incassobureau ligt dan vaak bij de schaalbaarheid: Wat als er ineens een klant binnen komt met een groot aantal facturen? Krijgt u dan nog wel voldoende aandacht? Of wat gebeurt er als u ineens veel facturen niet betaald krijgt en overgaat tot incasso? Kan het bureau dit aan? Schaalbaarheid is key. Let hierop bij het selecteren van uw incassopartner.

Veel facturen, lage omzet

Tot slot het scenario met grote volumes en lage omzet. Hierbij verstuurt een organisatie veel facturen met een lage waarde, bijvoorbeeld tandartsen, medisch specialisten, abonnementsdiensten etcetera. De uitdaging zit hier vaak in de mate van automatisering. Een incassobureau dat zich hierin specialiseert, kan het zich niet veroorloven elke zaak apart te bekijken, te evalueren en een persoonlijke brief te schrijven naar de debiteur. Dan zou u als opdrachtgever een fortuin kosten. Het incassobureau dat uitblinkt in deze categorie, zal verregaande automatiseringsslagen hebben moeten maken.

Wees kritisch bij de selectie

Een incassobureau kiezen betekent in veel gevallen een betrouwbare partner kiezen. Een goed no cure no pay incassobureau zal een partner voor de komende jaren zijn, dus wees kritisch bij de selectie. Van Loon Incasso advocaten incasseert alles. Voor grote en kleine ondernemers, hoge en lage facturen, kleine aantallen of bulkopdrachten. Het grote voordeel: we zijn meer dan alleen een incassobureau. Op ons kantoor zitten advocaten die een aantal stappen verder kunnen gaan dan een gemiddeld incassobureau.

Hoe kiest u een geschikt incassobureau?

Openstaande vorderingen, debiteuren die niet op tijd betalen, facturen die langer dan 90 dagen open staan, wanbetalers, van het een komt het ander. Al deze situaties beperken uw liquiditeit als ondernemer. Accepteert u dat, waardoor u straks zelf ook uw crediteuren niet meer kunt betalen? Of schakelt u een incassobureau in? En hoe kiest u een geschikt incassobureau?

Voorwaarde 1: De juiste snaar kunnen raken

Het is een kunst om debiteuren die te laat zijn met betalen zo te benaderen dat ze over gaan tot betaling zonder dat u ze verliest als klant. Veel zogenaamde incassobureaus verstaan die kunst niet en beginnen al direct op een manier die niet erg professioneel overkomt en de klant inderdaad afschrikt. Het is onze ervaring dat een aanpak die gericht is op het behoud van de klant veel beter werkt. Zo hebben wij bijvoorbeeld stickers ontwikkeld die u op uw herinneringen en aanmaningen kunt plakken. De stickers laten uw debiteur op een indirecte maar opvallende manier weten dat u de zaak aan een incasso advocaat uit handen zult geven als er niet op tijd wordt betaald. In de praktijk is gebleken dat dit middel zeer effectief is, zonder dat u daarmee uw klant direct afschrikt.

Voorwaarde 2: Stichting Derdengelden

Zoals gezegd, werken veel incassobureaus niet vanuit de focus op het behoud van de klant. In de incassobranche zijn helaas veel cowboys actief die uitsluitende gericht zijn op eigen gewin. Daarbij komt dat zij niet beschikken over een betrouwbare manier om uw geld veilig te stellen als uw debiteur tot betaling over gaat. Er zijn talloze incassobureaus die uw geld gewoon op de rekening van hun onderneming laten binnenkomen, zonder dat dit wordt afgescheiden van hun ondernemingsvermogen. Of nog gekker, op hun privé rekening. De wat betere incassobureaus hebben wel een aparte rekening, maar die maakt dan nog steeds deel uit van hun ondernemingsvermogen. Met als gevolg dat als zij failliet gaan, ook de gelden op zo’n rekening in het faillissement vallen.

Nog een andere categorie, waaronder de deurwaarders vallen, hebben wel een derdenrekening die is afgescheiden van hun ondernemingsvermogen. Maar zij kunnen volledig over het geld op die derdenrekening beschikken. De laatste tijd is met een zekere regelmaat in het nieuws geweest dat derdengelden door deurwaarders werden gebruikt om hun eigen liquiditeitsproblemen op te lossen. Soms liep dat goed af, vaak ging het ook fout. De opdrachtgevers bleven dan zitten met een geweldig bewaartekort, simpel gezegd was de derdengeldrekening gewoon geplunderd.

Wij vallen als advocatenkantoor onder de gedragsregels van de Nederlandse Orde Van Advocaten. Daarin zijn strenge voorschriften opgenomen over derdengelden. Advocaten zijn verplicht om een Stichting Derdengelden aan te houden. Derdengelden mogen uitsluitend worden ontvangen op een rekening van die stichting. Het is onmogelijk dat één bestuurder van de stichting alleen beschikt over het geld, daar zijn altijd twee handtekeningen voor nodig. Van Loon incassoadvocaten werkt dus in de ‘Stichting Derdengelden Van Loon Advocaten’ met een externe accountant die zelfstandig en onafhankelijk iedere uitbetaling van de derdengelden beoordeelt. Op deze manier stellen we uw derdengelden volkomen veilig.

Voorwaarde 3: Effectieve pressiemiddelen

Wij opereren landelijk vanaf het moment dat we begonnen. We beschikken niet alleen over kennis van de lokale en regionale markt, maar hebben ook een algeheel overzicht. Deze bak aan ervaring levert een geweldige databank op waarin wij direct kunnen zien of uw debiteur ook heeft verzuimd om te betalen bij andere opdrachtgevers. Als dat het geval is, kunnen wij u adviseren om te gaan voor één van de meest effectieve incassomiddelen: het faillissementsverzoek. Dat is dan dus niet gericht op het faillissement van uw debiteur, maar wordt gebruikt als een van de meest effectieve manieren om uw debiteur tot betaling te dwingen.

Daarvoor moet u natuurlijk alleen kiezen als u sowieso afscheid wilt nemen van uw klant. Dat geldt ook voor het incassomiddel beslaglegging. Wij hebben een directe ingang bij het Kadaster en kunnen direct voor u achterhalen of uw debiteur beschikt over onroerend goed waarop dan beslag gelegd kan worden. Dit werk vaak prima als een pressiemiddel voor betaling.

Voorwaarde 4: Buitengerechtelijke fase op basis van no cure, no pay

Wij zijn professionals die werken volgens de hoogste kwaliteitsstandaarden en beschikken over een heel arsenaal van middelen om te komen tot betaling van uw openstaande vorderingen. In de buitengerechtelijke fase, waarin wij 86% van alle zaken oplossen, werken wij op basis van no cure, no pay. Levert dat in uw geval niet het gewenste resultaat op, dan adviseren wij u over uw kansen in rechte en geven u daarbij vooraf een eerlijke inschatting van de kosten.

Voorwaarde 5: Houd altijd zicht op lopende vorderingen

Houd zicht op uw lopende vordering. Het incassobureau dat u kiest moet u hierin kunnen voorzien. Op deze manier bent u altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Onze klanten kunnen via het incassoportaal op elk moment zien wat de status in van de openstaande vordering(en). Het indienen is heel makkelijk: u kunt heel simpel een account openen en uw openstaande facturen uploaden. Binnen 24 uur wordt de eerste brief dan al verzonden.

Optionele voorwaarde: Geschikt voor internationale vorderingen

Omdat wij als advocatenkantoor zoveel meer zijn dan zomaar een incassobureau, beschikken wij ook over de kennis en kunde om vorderingen op partijen in het buitenland binnen te halen. In Europa zijn de EEX-verordening en de Rome I-verordening van toepassing. Daarin is bijvoorbeeld voor dienstverleners bepaald dat de rechter van vestigingsplaats waar de dienstverlener is gevestigd, bevoegd is om over de zaak te oordelen en dat het recht van de gewone verblijfplaats van de dienstverlener van toepassing is. U kunt uw debiteur elders in Europa dan gewoon in Nederland dagvaarden, volgens het Nederlandse recht. Wij weten, ook in deze lastige materie van het internationaal privaatrecht, onze weg goed te vinden.

Tip: Houd u aan (door uzelf) gemaakte afspraken

De ervaring leert dat veel ondernemers hun eigen betalingstermijnen niet zo serieus nemen. Met als gevolg dat de debiteuren dat ook niet doen. Dit gaat vaak van kwaad tot erger. Daar staat tegenover dat degenen die het hardste roepen, vaak het eerste worden betaald. Geeft u uw vorderingen uit handen of bent u als ondernemer bang dat u dan uw klant verliest? Dit dilemma zou er niet mogen zijn. Betalingstermijnen zijn als het goed is immers van tevoren duidelijk gecommuniceerd en u mag uw klant aan die afspraak houden. Uw klant doet dat immers ook als u moet presteren en accepteert niet dat u dat pas een week, twee weken, een maand of drie maanden later doet.

Heeft u besloten om een incassobureau in te schakelen? Leg uw opties eens langs de genoemde voorwaarden. We hopen dat dit u helpt om een geschikt incassobureau te vinden en uw incasso in gang te zetten.

Voor welk bureau kiest u?

Dit zijn wat ons betreft de belangrijkste voorwaarden om een geschikt incassobureau te vinden. Twijfelt u over de keuze voor een geschikt incassobureau. Of wilt u even met ons sparren of wij iets voor u kunnen betekenen? Wij geven u graag advies. Neem contact met ons op!

Waarschuwing voor oplichting

Wij ontvangen momenteel veel meldingen dat een oplichter zich voordoet als een medewerker van ons kantoor in een poging om slachtoffers geld afhandig te maken.

De oplichters sturen valse (spam) e-mails uit naam van Van Loon Incasso Advocaten, veelal namens de belastingdienst. De belastingdienst is ook geen opdrachtgever van ons. De valse e-mails kunt u onder meer herkennen aan het vermelde e-mailadres van de afzender. In veel gevallen is dit fixdebt.services@outlook.com en centraal-justitieel-incassobureau@outlook.com.

Als naam van de afzender is vermeld: noreply@vanloonincasso.nl of noreply@vanloon-incasso.nl. Verder worden er verschillende namen gebruikt als afzender, waaronder Veenstra en Boersma. Dit zijn geen e-mailadressen of namen die in gebruik zijn bij ons kantoor.

 Let op en doe aangifte

Ons kantoor betreurt het uiteraard enorm dat onze goede naam door dit soort oplichters wordt misbruikt. Technisch gezien is hieraan helaas niets te doen. Op dit moment worden meerdere incassobureaus, deurwaarders- en advocatenkantoren hierdoor getroffen.

Hoewel dit soort situaties niet kunnen worden voorkomen, kan er natuurlijk wel voor worden gewaarschuwd om te voorkomen dat oplichters (meer) slachtoffers maken.

Wordt u ook gemaild?

Reageer dan niet en betaal zeker niet! Doe aangifte bij de politie, zodat de politie over zo veel mogelijk informatie beschikt en deze oplichters wellicht kan traceren en vervolgen.

Momenteel staat onze telefoon (begrijpelijkerwijs) roodgloeiend. Gelet op de vele telefoontjes raken onze lijnen overbelast. Wij verzoeken u dan ook ons kantoor hierover niet meer te bellen, maar eventueel te mailen naar info@vanloon-advocaten.nl.

 

Incasso in Coronatijd, hoe werkt het en is het (nog) gepast?

“Hoe doen jullie dat nu, incasso in deze Corona periode?” is een bij ons veelgehoorde vraag de laatste tijd. Het virus heeft uiteraard ook impact op de incassobranche, op onze cliënten en hun debiteuren. Wij begrijpen heel goed dat de huidige situatie het voor sommige bedrijven extra moeilijk maakt om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen. Uiteraard hebben wij begrip voor de door het Coronavirus veroorzaakte problemen en zijn wij altijd op zoek naar een passende oplossing voor beide partijen.

Belang van cliënten dienen

Als advocatenkantoor is het primair onze taak om het belang van onze cliënten te dienen. Voor de continuïteit van onze cliënten is het noodzakelijk dat zij facturen tijdig betaald krijgen, zodat ook zij aan hun verplichtingen jegens personeel en leveranciers kunnen voldoen. Onze incassowerkzaamheden gaan door, maar we kijken niet weg voor de door Corona(maatregelen) veroorzaakte betalingsproblemen. De crux hierin is communicatie en de goeden van de kwaden scheiden. Daarbij komen we dan tevens aan de tweede vraag die ons soms gesteld wordt: “Is het wel gepast om in deze tijden incassomaatregelen te treffen?

Aanpassen aan de debiteur

Onze aanpak is begripvol waar nodig, we letten meer op hoe elke individuele debiteur benaderd moet worden en soms moet de debiteur helaas echt wat meer tijd gegund worden. Waar nodig zeilen we echter toch scherp aan de wind omdat we helaas ook merken dat sommige bedrijven misbruik maken van deze Coronatijd en feitelijk soms spek op de botten creëren voor wat er misschien nog komen gaat, over de rug van onze klanten. Uiteraard laten we dat niet gebeuren.

Coronatijd mag geen excuus zijn

Veelal merken we dat het ook vorderingen zijn die (ruim) voor de coronatijd zijn ontstaan. Het mag en kan dus ook niet altijd als excuus dienen. Bovendien vervalt de vordering niet als de debiteur niet betaalt. Kortom; het lost het probleem niet op. En daar komt het punt van communicatie weer naar boven: in gesprek komen en voor beide partijen een acceptabele oplossing creëren is dan ook een mogelijkheid.

Wacht niet te lang met uit handen geven

Het slechtste wat u als (potentiele) opdrachtgever nu kunt doen, is niets doen! De kracht van incassoadvocaten.nl is namelijk ook om te zorgen dat onze opdrachtgever bovenaan de stapel komt. Daartoe dienen we dan wel tijdig de opdracht te verkrijgen. Wacht daarom niet te lang met het uit handen geven en een incassobureau in te schakelen! Daarmee voorkomt u ook dat uw eigen bedrijf niet (onnodig) in de problemen komt en feitelijk het gelag betaalt. En dat doen we (buitengerechtelijk) ook nog zonder kosten voor u als opdrachtgever, no cure no pay! Innen we de vordering geheel, betaalt uw debiteur de incassokosten en niet u!

Waarom een advocaat soms ook achter het net vist

Helaas is het in deze moeilijke tijden soms niet meer haalbaar voor ondernemers om hun onderneming te laten voortbestaan. Als deze onderneming wordt uitgeoefend in de vorm van een besloten vennootschap kan vaak gekozen worden voor een zeer simpele manier van het beëindigen van de onderneming. De directeur/grootaandeelhouder neemt dan op zekere dag de beslissing om de onderneming te ontbinden en tot liquidatie daarvan over te gaan. Dit besluit wordt ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van koophandel en daarmee houdt de besloten vennootschap op te bestaan.

Zo deed een ondernemer die niet zo lang daarvoor zijn advocaat nog aan het werk had gezet het ook met enkele van zijn vennootschappen. En hij gaf de advocaat met zijn declaratie het nakijken. Die liet het er niet bij zitten en dagvaardde de bestuurder omdat hij vond dat deze dan maar persoonlijk op moest draaien voor zijn declaratie. De advocaat had maar liefst zes pijlen op zijn boog waarom dat zo zou moeten zijn, namelijk de volgende:

a) omdat de vennootschappen nog openstaande schulden hadden, had bestuurder deze niet mogen ontbinden maar een eigen aangifte van faillissement moeten doen (artikel 2:23a BW);

b) er waren nog baten waardoor de bestuurder niet had mogen ontbinden maar een eigen aangifte van faillissement had moeten doen;

c) de bestuurder heeft zich schuldig gemaakt aan selectieve betalingen (waarbij de advocaat dus was overgeslagen);

d) de bestuurder heeft onrechtmatig gehandeld jegens en zijn taken kennelijk onbehoorlijke vervuld omdat hij nooit jaarrekeningen heeft laten publiceren;

e) de bestuurder wist bij het aangaan van de overeenkomst met de advocaat dat de vennootschappen hun verplichtingen niet zouden kunnen nakomen en geen verhaal zouden bieden;

f) de bestuurder heeft toegelaten dat de vennootschappen hun verplichtingen niet zijn nagekomen en hij had behoren te begrijpen dat de vennootschappen daardoor hun verplichtingen niet zouden nakomen en geen verhaal zouden bieden.

Dit zijn eigenlijk alle gronden waarop men kan proberen een zakelijke schuld van de vennootschap te verhalen op de bestuurder persoonlijk, in privé. Vandaar dat de uitspraak zo interessant is.

De Rechtbank oordeelt als volgt:

Met betrekking tot de grondslag onder a

Artikel 2:23a, vierde lid BW levert slechts dan een verplichting voor de vereffenaar op om eigen aangifte van faillissement te doen zodra er nog baten zijn die moeten worden verdeeld in de situatie dat de schulden in waarde hoger zijn dan de waarde van die baten. De enkele omstandigheid dat geen vereffening heeft plaatsgevonden en over de ontbinding geen voorafgaande mededeling is gedaan aan [de advocaat] dan wel met haar geen overleg is gevoerd, is niet voldoende voor het aannemen van onrechtmatig handelen van de bestuurder. De turbo-liquidatie is nu juist bedoeld om een rechtspersoon met schulden maar zonder baten versneld en eenvoudig te kunnen laten ophouden te bestaan. In het geval dat de vennootschap ten tijde van de (voorgenomen) ontbinding geen of nagenoeg geen activa omvat en er geen enkele aanleiding bestaat voor de verwachting dat in het faillissement activa zullen kunnen worden gegenereerd, moet de bestuurder zelfs afzien van aangifte van faillissement (omdat hij anders die bevoegdheid zou misbruiken) en moet hij ontbinden zonder vereffening via de weg van artikel 2:19, vierde lid BW (turbo-liquidatie) (Hoge Raad 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3636). De rechter toetst bij een eigen aangifte van faillissement of de vennootschap over te gelde te maken vermogensbestanddelen beschikt (recentelijk nog Rechtbank Rotterdam 30 januari 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:796). Deze grondslag kan de vordering niet dragen.

Met betrekking tot de grondslag onder b

Indien wel de verwachting bestaat dat activa kunnen worden gegenereerd, bijvoorbeeld een vordering uit hoofde van de vernietiging van een benadelende rechtshandeling (actio pauliana) of uit hoofde van aansprakelijkheid van de bestuurder ex artikel 2:9 of 2:248 BW, zal de bestuurder zijn bevoegdheid om eigen aangifte te doen van faillissement niet (kunnen) misbruiken. Indien de bestuurder van de vennootschap over zou gaan tot ontbinding zonder vereffening (turbo-liquidatie) terwijl er wel baten aanwezig zijn in het vermogen, wordt aangenomen (bijvoorbeeld rechtbank Arnhem 17 mei 2006, JOR 2006/202) dat de bestuurder jegens de schuldeisers onrechtmatig handelt indien die baten niet worden aangewend om de schulden, geheel of gedeeltelijk, te voldoen. Daarvoor is dan wel nodig (prof. mr. J. Roest in Tekst & Commentaar op artikel 2:19 BW, aantekening 5) dat de schuldeisers aantonen dat in geval van vereffening aan hen enige betaling zal kunnen worden gedaan. [De advocaat] heeft niet gesteld en het is ook niet op andere wijze gebleken dat in geval van vereffening van de vennootschappen enige betaling aan [de advocaat] zou hebben kunnen volgen. Integendeel, [gedaagde] heeft onweersproken gesteld dat zowel de ontvanger der Rijksbelastingen als het personeel onbetaald zijn gebleven. Beide laatste schuldeisers zijn bevoorrecht en staan in de wettelijke rangorde van schuldeisers hoger geplaatst dan [de advocaat] als concurrente schuldeiser. [De advocaat] stelt dat in de gegeven omstandigheden aanleiding voor een aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 2:9 BW zou hebben bestaan, maar zij onderbouwt dit niet met concrete feiten noch legt zij uit waarom dit voor de bestuurder zelf aanleiding had moeten zijn om tegen zichzelf een vordering te concretiseren. Hetgeen [de advocaat] stelt als mogelijke aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 2:9 BW of 2:248 BW maakt, indien wel voldoende gesubstantieerd, dat een faillissement mogelijk aangegeven zou kunnen en moeten worden, maar in dat geval kan [de advocaat] ook zelf het faillissement van de ontbonden vennootschappen aanvragen (Hof Arnhem-Leeuwarden 13 december 2018 ECLI:NL:GHARL:2018:11327, met een verwijzing naar HR 27 januari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1631, de conclusie van A-G mr. L. Timmerman vóór HR 13 juli 2012, ECLI:NL:PHR:2012:BW7477 en Hof Arnhem-Leeuwarden 1 februari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:593). [De advocaat] stelt verder niet dat een interne vordering uit hoofde van artikel 2:9 BW zou hebben geleid tot een betaling aan [de advocaat] als schuldeiser. Tenslotte is niet gebleken dat [gedaagde] baten van de vennootschappen voor andere doeleinden heeft gebruikt dan de betaling van schuldeisers (behoudens hetgeen [de advocaat] stelt over selectieve betaling, waarover hieronder meer).

Met betrekking tot de grondslag onder c

Ook deze grondslag kan de vordering niet dragen, want [de advocaat] stelt slechts dat er ‘ongetwijfeld’ activa moeten zijn geweest omdat een van de vennootschappen een restaurant had geëxporteerd. [De advocaat] impliceert dat deze vennootschap daarom over baten moet hebben beschikt die ten gunste hadden moeten komen aan de schuldeisers. Ter zitting heeft [gedaagde] gesteld dat deze inventaris reeds voordien was verkocht aan de financier op grond van een zekerheidsrecht of om aanvullende financiële middelen ter beschikking te krijgen en dat op de inventaris ook een beslag was gelegd door de ontvanger der Rijksbelastingen. Wat daar van zij, [de advocaat] heeft daartegenover op geen enkele wijze het concrete bestaan van enige bate ten tijde van de ontbinding, die zou hebben geleid tot een betaling aan[de advocaat], gesteld laat staan aannemelijk kunnen maken. Evenmin heeft [de advocaat] de geldigheid van de verkoop van de inventaris bestreden.

Met betrekking tot de grondslag onder d

Het handelen van de bestuurder in strijd met de boekhoudplicht kan leiden tot onrechtmatig handelen van hem jegens de crediteuren indien hem daarvan een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt (Hoge Raad van 5 september 2014, JOR 2014/325). Ernstige schending van de boekhoudplicht kan daartoe aanleiding zijn. Maar de vraag of [gedaagde] van het ontbreken van jaarcijfers een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt kan hier buiten beschouwing blijven. [De advocaat] heeft namelijk onvoldoende gesteld omtrent enig causaal verband tussen het gestelde handelen of nalaten van [gedaagde] en de financiële situatie van de vennootschappen ten tijde van de ontbinding. [gedaagde] heeft onweersproken ter zitting gesteld dat de rechten en plichten van zijn vennootschappen werden bijgehouden door een extern administratiekantoor en uit de administraties blijken. De bewijsvermoedens van artikel 2:248 BW gelden alleen ten gunste van de curator in faillissement namens de gezamenlijke crediteuren. Enige reflexwerking van de bewijsvermoedens ten gunste van een individuele schuldeiser is niet ondenkbaar, maar die vraag kan buiten beschouwing blijven omdat [gedaagde] twee concrete oorzaken van de teloorgang van de ondernemingen van de vennootschappen aannemelijk heeft gemaakt: de eerdere verbreking van een joint venture van het horecabedrijf van cinema The Movies (waaruit een schuld in de vennootschappen vloeide van € 25.000) en de tegenvallende omzetten in de horecazaak op de golfbaan door, onder meer, klimatologische omstandigheden. [De advocaat] heeft hiertegenover geen feiten en omstandigheden gesteld die een causaal verband vormen tussen het verzuim van de publicatieverplichting en het tekort na de ontbinding van de vennootschappen.

Met betrekking tot de grondslag onder e

Dit verwijt impliceert dat [gedaagde] bij het geven van de opdracht aan [de advocaat] wist of moest weten dat de vennootschappen de daaruit voortvloeiende verplichtingen (lees: het honorarium) niet zouden kunnen voldoen. [De advocaat] stelt niet dat [gedaagde] wist welke verplichtingen dat waren en hoe hoog die zouden gaan zijn. Na ontvangst van de declaraties heeft [gedaagde] zich beklaagd over de onverwachte hoogte ervan. Vast staat daarnaast dat [de advocaat] geen begroting heeft gemaakt van de kosten. Verder wist [de advocaat] dat de bijstand werd gevraagd namens vennootschappen waarvan in elk geval één van beide betalingsmoeilijkheden had jegens haar verhuurder. Die moeilijkheden waren zelfs aanleiding voor het verzoek om bijstand. [De advocaat] had in deze situatie zelf ook voorafgaand aan en tijdens de uitvoering van de opdracht onderzoek kunnen doen naar en zekerheid hebben kunnen vragen voor de nakoming van de op [gedaagde] rustende betalingsverplichting van de honoraria van [de advocaat]. Dat heeft zij niet gedaan.

Met betrekking tot de grondslag onder f

Indien een vennootschap over onvoldoende financiële middelen beschikt om haar verplichtingen te kunnen nakomen en niet in staat is om de daaruit voortvloeiende schade te kunnen voldoen is in beginsel alleen de vennootschap daarvoor aansprakelijk. Wanneer een rechtspersoon wanprestatie pleegt of onrechtmatig handelt kan, onder bijzondere omstandigheden, behalve de rechtspersoon zelf ook de bestuurder van die rechtspersoon aansprakelijk zijn voor de schade (Hoge Raad van 5 september 2014, JOR 2014/325). De enkele stelling, die verder niet wordt onderbouwd, dat [gedaagde] heeft toegelaten dat de vennootschappen hun verplichtingen jegens [de advocaat] niet zijn nagekomen, is onvoldoende grondslag voor de aansprakelijkheid van de bestuurder. Daarvoor is immers noodzakelijk dat van het toelaten door [gedaagde] hem een ernstig persoonlijk verwijt moet kunnen worden gemaakt. Mocht [de advocaat] bedoelen dat [gedaagde] verweten kan worden dat hij namens de vennootschappen een betalingsregeling aanbood op een moment waarop hij wist dat de vennootschappen reeds feitelijk niet meer in staat waren deze regeling na te komen, kan deze stelling de vordering niet dragen. De betalingsregeling zag immers op een reeds bestaande verplichting van de vennootschappen en [de advocaat] heeft niet gesteld dat zij door het treffen van de betalingsregeling op enige wijze is benadeeld.

Met deze overwegingen kon de advocaat het doen. Wilt u dus als bestuurder van een besloten vennootschap in deze tijd over gaan tot turbo-liquidatie en neemt u bovenstaande regels in acht, dan heeft u niets te vrezen. Zelfs niet van een advocaat.

Heeft u hierbij hulp of advies nodig, dan kunt u een beroep op mij doen. Van Loon advocaten, linker dan de rechter!

Vonnis van 27 februari 2020 van de Rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2020:2100).