Nieuwe Wetgeving Internetverkopen

Webwinkeliers en consumenten opgelet: Nieuwe regelgeving ter zake koop of afstand

Per 13 juni 2014 zal de regelgeving inzake Koop op afstand wijzigen. De voornaamste reden van de wetswijzigingen is het op één lijn brengen van de regels voor verkoop op afstand in heel Europa. Webwinkels zullen op diverse punten moeten worden aangepast om tijdig aan de nieuwe regels te voldoen.
Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen uiteengezet.

Uitgebreide informatieplicht:
Ten eerste is er een verscherpte informatieplicht voor de webwinkelier. De webwinkelier dient zich aan een uitgebreide informatieplicht te houden, voordat de consument door de overeenkomst op afstand is gebonden. De webwinkelier is conform artikel 6 van de Richtlijn onder ander verplicht te verstrekken:

  • de voornaamste kenmerken van de goederen of de diensten;
  • de identiteit van de handelaar;
  • de totale prijs van de goederen of diensten;
  • alle extra vracht-, leverings- of portokosten en eventuele andere kosten of, indien deze kosten redelijkerwijs niet vooraf kunnen worden berekend, het feit dat er eventueel dergelijke extra kosten verschuldigd kunnen zijn;</li
  • bij overeenkomst van onbepaalde duur/abonnement de totale kosten per factureringsperiode. Indien voor de overeenkomsten een vast tarief van toepassing is, omvat de totale prijs ook de totale maandelijkse kosten;
  • de kosten voor het gebruik van middelen voor communicatie op afstand wanneer deze kosten op een andere grondslag dan het basistarief worden berekend;
  • de wijze van betaling, levering, uitvoering, de termijn waarbinnen de handelaar zich verbindt het goed te leveren of de diensten te verlenen;
  • een herinnering aan het feit dat de geleverde zaak moet voldoen aan de overeenkomst en de vermelde specificaties;
  • de duur van de overeenkomst, of (bij automatische verlenging) de voorwaarden voor het opzeggen van de overeenkomst;
  • de mogelijkheid van toegang tot buitengerechtelijke klachten- en geschilbeslechtingsprocedures.
  • Essentieel is tevens dat het voor de consument duidelijk is dat hij bij het einde van het bestelproces door de ‘bestelknop’ aan te klikken, een overeenkomst sluit en daarbij een
  • betalingsverplichting op zich neemt. Dit dient dan ook bij de bestelknop uitdrukkelijk en zichtbaar te worden vermeld.
  • Het herroepingsrecht
    De tweede wijziging is het herroepingsrecht. Ook ten aanzien van het herroepingsrecht, heeft de webwinkelier een uitgebreide informatieplicht. De webwinkelier dient de consument te informeren over:
  1. de voorwaarden, de termijn en de wijze waarop het herroepingsrecht dient te worden gebruikt;
  2. de mededeling dat de consument de kosten van het terugzenden van de goederen betaalt bij herroeping van de overeenkomst;
  3. de vermelding van de kosten van het terugzenden wanneer de goederen niet per “gewone post” kunnen worden teruggezonden;
  4. de mededeling dat de consument redelijke kosten van een deels gebruikte dienst moet betalen als hij een dienst (rechtmatig) beëindigt voor het einde van de bedenktijd;
  5. het modelformulier voor herroeping opgenomen in de bijlage van de Europese Richtlijn;
  6. de informatie dat de consument geen herroepingsrecht heeft of mogelijkerwijs verliest.
  7. Volgens de huidige wetgeving heeft de consument 7 werkdagen bedenktijd om te beoordelen of hij de overeengekomen dienst of het toegezonden product wil houden. Mocht dit niet het geval zijn, dan kan de consument de gesloten overeenkomst herroepen. Deze bedenktijd wordt in de nieuwe wetgeving uitgebreid tot 14 kalenderdagen.

Tijdens de bedenktijd is het aan de consument om voorzichtig met de toegezonden zaak om te gaan. Hij heeft het recht om het product te beoordelen of hij het wil houden, en te proberen. Zolang de consument echter nog niet besloten heeft het product te houden, mag hij het ook niet gebruiken. Indien de consument het product in deze periode toch gebruikt, is hij aansprakelijk voor een eventuele de waardevermindering.

In bepaalde gevallen kan de webwinkelier producten en/of diensten uitzonderen van het herroepingsrecht. Dit gaat dan onder andere om producten: die volgens specificaties van de consument vervaardigd zijn of duidelijk voor een specifiek persoon zijn bestemd; snel bederven dan wel een beperkte houdbaarheid hebben en/ of producten die niet geschikt zijn om te worden teruggezonden in verband met gezondheidsbescherming of hygiëne waarvan de gesealde verpakking door de consument is verbroken.
Let op: voor op afstand gesloten diensten, zoals een telefoonabonnement of de levering van gas, water of elektriciteit, geldt dat er aan een aantal extra voorwaarden moet zijn voldaan voordat deze kunnen worden uitgezonderd van het herroepingsrecht. Indien een consument kenbaar heeft gemaakt aan de webwinkelier dat hij de overeenkomst wil herroepen, krijgt de webwinkelier in beginsel 14 dagen de tijd om de door de consument gedane betalingen te vergoeden. Wanneer de webwinkelier de retour gezonden goederen echter nog niet heeft terugontvangen, mag hij wachten met terugbetalen tot de goederen hem daadwerkelijk hebben bereikt óf tot de consument een bewijs kan overleggen dat hij terug heeft gezonden.
De kosten voor de retourzending mogen aan de consument worden doorberekend, mits de consument hierover goed is geïnformeerd. Indien dit niet is gebeurd, dan zijn de retourkosten alsnog voor de web-winkelier.

Gevolgen niet informeren van de consument
De nieuwe wetgeving verwacht van de webwinkelier dus dat zij actief en uitgebreid de consument informeert. Wanneer de webwinkelier de consument dus onvoldoende of onjuist informeert, zijn daar diverse consequenties voor de webwinkelier aan verbonden.

Gevolgen van een niet juiste nakoming zijn onder meer:

    1. Extra vracht- en leveringskosten en de kosten voor het terugzenden van de goederen komen voor rekening van de webwinkelier, wanneer de consument hierover vooraf niet of onvoldoende is geïnformeerd.
    2. De consument is ook niet verplicht de kosten voor deels uitgevoerde diensten te betalen wanneer hij onvoldoende is geïnformeerd over zijn herroepingsrecht.
    3. Bij het niet verstrekken van het modelformulier voor herroeping kan de bedenktijd van de consument oplopen tot maar liefst 12 maanden.
    4. De consument is niet aan de overeenkomst gebonden wanneer de webwinkelier de consument er onvoldoende op heeft gewezen dat zijn bestelling een betaalverplichting inhoudt.
    5. De gevolgen en daarmee gepaard gaande kosten/ schade, zijn voor een webwinkelier eenvoudig te voorkomen, door te voorzien in een juiste en uitgebreide informatieverschaffing aan de consument.

Laat u daarom als webwinkelier goed voorlichten. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Van Loon Advocaten (tel: 0318-514813 of mail naar: info@vanloon-advocaten.nl).

Het ligt voor het grijpen, en toch pakken we het niet op

Veel ondernemers hebben de afgelopen jaren behoorlijk geklaagd. Was het terecht? Ja, vaak wel. Economisch gezien hebben we barre tijden achter de rug. Voor menig bedrijf is het ronduit moeilijk geweest het hoofd boven water te houden. Maar mogen we dan alles maar afschuiven op een haperende economie? Dat zou te gemakkelijk zijn vinden wij als no cure no pay incassobureau. Hebben we ook kritisch genoeg naar onszelf gekeken? De meesten vinden van wel. En deels zal dat zeker kloppen. Wij van Van Loon Incasso Advocaten wil daar toch graag een nuance in aanbrengen. Wij stellen namelijk dat ondernemers nog steeds te vaak geld laten liggen, terwijl het gewoon voor het grijpen ligt, en dat zonder kosten (gratis dus!).

www.incassoadvocaten.nl

Bij Van Loon Incasso Advocaten fronsen we regelmatig onze wenkbrauwen. Wij zien en horen regelmatig dat schuldeisers snel afhaken op het moment dat de debiteur weigert een rekening te betalen. Natuurlijk is elk geval verschillend en kan niet per definitie worden gesteld dat elke schuldeiser de situatie niet correct inschat. Maar als Van Loon Incasso Advocaten deze berichtgevingen spiegelt aan haar eigen slagingspercentage in dit soort zaken, is het overduidelijk dat ondernemers de openstaande facturen te snel als oninbaar verklaren. Blijkbaar heeft men geen trek in het versturen van aanmaningen, het nabellen van debiteuren en alles wat erbij komt kijken. Men vindt schijnbaar dat het te veel tijd kost en het negatieve energie oplevert. Wij doen het graag voor u, zonder dat het u iets kost!

Dat laatste kan niet worden ontkend. Het is absoluut geen pretje om je werkdag te beginnen met het benaderen van debiteuren om vervolgens wéér te horen dat het openstaande zojuist is overgemaakt. Toch zouden veel ondernemers spoorslags anders gaan denken, als men hoort dat Van Loon Incasso Advocaten een slagingspercentage van 92 procent (!) realiseert. Waarom lukt het de één wel en de ander niet om zo’n hoog slagingspercentage te bewerkstelligen? Lyon Veldhuizen van Van Loon Incasso Advocaten kent hierover geen twijfels en laat weten: “Debiteuren en wanbetalers schrikken niet meer van een brief van zomaar een willekeurig incassobureau. Maar zeg nu zelf, als je als debiteur drie incassobrieven ontvangt, één van jan Janssen Incassobureau, één van het deurwaarderskantoor en één van Van Loon Incasso Advocaten, welke betaal je als eerste? In onze organisatie kennen we de kracht van ons briefpapier en werken we met specialisten op het gebied van incasso’s met tal van bevoegdheden en kennis die een regulier incassobureau of deurwaarderskantoor niet heeft. Wij blaffen niet alleen, maar bijten zo nodig ook, en dan ook nog zo hard als de wet ons toelaat en onze opdrachtgever wenselijk acht.”

Bij Van Loon Incasso Advocaten weet men dus wat het succes is achter dit hoge slagingspercentage. Toch blijft de verwondering groot. Zelfs dusdanig dat men benieuwd is naar de reacties van ondernemers die in het verleden te snel een vordering hebben afgeschreven. Waarom is men afgehaakt? En wat was de angst? Van Loon Incasso Advocaten is ervan overtuigd dat ondernemers en bedrijven een omslag moeten maken in hun manier van denken. De mogelijkheden zijn er. Want blijkbaar bij het inschakelen van de juiste specialist gaan 9 van de 10 debiteuren en wanbetalers alsnog overstag en betalen zij dus toch de openstaande factuur. Het is een kans die men niet mag laten liggen en dat op basis van No Cure No Pay! Kortom geen risico voor de opdrachtgever. Wat weerhoudt u?

mr H.G.J. Veldhuizen

Wettelijke handelsrente van toepassing bij een geldlening?

Op 1 december 2002 is in Nederland de wettelijke handelsrente ingevoerd. Een wijziging welke voor velen, maar zeker voor een incassobureau enorm van belang is. Deze (hogere) rente is ingevoerd voor professionele partijen om bedrijven te prikkelen om sneller tot betaling van openstaande facturen over te gaan. Tevens is de wettelijke handelsrente meteen na afloop van de betalingstermijn verschuldigd, zonder dat de schuldenaar in verzuim hoeft te zijn. Dat zijn voordelen voor de schuldeiser. Als incassobureau dien je op de hoogte te zien van zulke feiten. Het levert namelijk financiële voordelen op voor de schuldeiser.

De wettelijke handelsrente (art. 6:119a BW) is van toepassing op handelsovereenkomsten. Daaronder wordt verstaan een overeenkomst om baat die één of meer van de partijen verplicht iets te geven of te doen en die tot stand is gekomen tussen één of meer natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf of rechtspersonen (het hoedanigheidsvereiste). De meest gebruikelijke en voorkomende situatie is dat de koper de wettelijke handelsrente verschuldigd is indien hij de koopprijs (factuur) te laat voldoet. Dit zijn de situaties die bij een incassobureau het meest voorkomen en iedereen zich kan voorstellen.

Geen factuur?

Als er sprake is van een factuur, dan is het over het algemeen duidelijk (ook voor een incassobureau), maar hoe zit het met situaties waarbij er geen sprake is van een factuur? Er is dan namelijk geen duidelijke factuur en/of vervaldatum afgesproken. Is wederpartij dan wel wettelijke handelsrente verschuldigd en zo ja, vanaf wanneer dan? De parlementaire geschiedenis heeft inmiddels geleid tot rechterlijke uitspraken, waarbij de vordering tot betaling van wettelijke handelsrente zowel werd afgewezen omdat er geen factuur was uitgereikt. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:339) heeft zich op 26 februari 2016 uitgelaten inzake het vraagstuk of een factuur een vereiste is voor het kunnen vorderen van wettelijke handelsrente:

“Art. 6:119a lid 2 BW bevat een regeling omtrent de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente, indien geen uiterste dag van betaling is overeengekomen en sprake is van ontvangst van een factuur door de schuldenaar (in één van de daar onder a-c omschreven situaties). Deze regeling is gegeven ter omzetting van Richtlijn 2000/35/EG (inmiddels vervangen door Richtlijn 2011/7/EU) betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties. Art. 3 lid 1, aanhef en onder b, aanhef en onder i, van Richtlijn 2000/35/EG bepaalt dat lidstaten ervoor zorgen dat, indien er in de overeenkomst geen datum of termijn voor betaling is vastgesteld, automatisch zonder aanmaning interest is verschuldigd 30 dagen NA de ontvangst door de schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig verzoek tot betaling. In dezelfde bepaling zijn onder b, aanhef en onder ii-iv, situaties omschreven waarin de ingangsdatum van de termijn van 30 dagen mede wordt bepaald door andere omstandigheden.
(…) Blijkens de parlementaire geschiedenis is bij de totstandkoming van art. 6:119a lid 2 BW aangenomen dat in Nederland steeds met facturen wordt gewerkt en daarom kon worden volstaan met verwijzing in deze bepaling naar de ontvangst van een factuur (Kamerstukken II 2001-2002, 28 239, nr. 3, p. 9). Nu volledige omzetting van de richtlijn is beoogd en de parlementaire geschiedenis geen aanknopingspunt bevat om aan te nemen dat is bedoeld art. 6:119a lid 2 BW niet van toepassing te doen zijn indien in voorkomend geval geen gebruik wordt gemaakt van een factuur, maar van een gelijkwaardig verzoek tot betaling, moet worden aangenomen dat de regeling van art. 6:119a lid 2 BW ook laatstgenoemd geval bestrijkt. Dit betekent dat in een geval waarin geen uiterste dag van betaling is overeengekomen en geen sprake is van ontvangst van een factuur, maar wel van een gelijkwaardig verzoek tot betaling, de ingangsdatum van de wettelijke handelsrente steeds moet worden bepaald aan de hand van dat artikel. (…)

Geconcludeerd kan dus worden dat het ontbreken van een factuur niet meebrengt dat geen sprake is van een handelsovereenkomst.

NB. In deze zaak werd overigens bepaald dat een ingebrekestelling een met een factuur vergelijkbaar betalingsverzoek kan worden beschouwd. Dit hangt dan wel van de omstandigheden van het geval af.

Ook van toepassing op een geldlening?

Als een factuur geen vereiste is voor het kunnen vorderen van wettelijke handelsrente, kan deze dan ook worden gevorderd bij een geldlening? De wettelijke handelsrente is namelijk vaak fors hoger dan de reguliere gehanteerde rente.

De rechtbank Haarlem volgt ten aanzien van een geldlening de volgende redenering. Zij stelde in 2010 (LJN BN0222) dat de richtlijn niet strekt tot regulering van ‘interest betreffende andere betalingen’. Op die grond zouden geldleningovereenkomsten buiten de werkingssfeer van de wettelijke handelsrente vallen. Ook de rechtbank Utrecht (LJN BG5388) vond dat een geldlening geen recht geeft op wettelijke handelsrente. Zij stelde allereerst dat ‘het bij een geldleningsovereenkomst niet gaat om een overeenkomst tot het leveren van goederen of diensten tegen betaling’.

Een bijzonder standpunt van de rechtbank Utrecht, want dit lijkt haaks te staan op het standpunt van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zij heeft namelijk in 1998 reeds uitgemaakt (HvJ EG 17 maart 98 C-45/96, Jur. 1998, I1199 (r.o. 18) dat kredietverlening wel een dienst is.
tevens is de kredietovereenkomst een overeenkomst om baat waarbij twee partijen zich verplichten om iets te geven: de ene partij verschaft het geld en de andere partij dient rente te betalen en het geld op termijn terug te geven. Aan de wettelijke definitie van handelsovereenkomst wordt ook voldaan (behalve de hoedanigheidseis).

Ook stelt de rechtbank Utrecht dat zowel uit de tekst van art. 6:119a BW en de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever het begrip handelstransactie heeft verbonden aan die handelstransacties waarvoor een factuur moet worden uitgereikt. Nu dat bij een geldlening niet het geval is, is de bepaling over de wettelijke handelsrente niet van toepassing volgens de rechtbank en dient de gevorderde wettelijke handelsrente te worden afgewezen. Door het arrest van de Hoge Raad kan ook deze overweging de prullenbak in.

Er lijken dus wel degelijk sterke openingen te zijn om wettelijke handelsrente te hanteren bij kredietovereenkomsten. Mocht dat inderdaad gaan gebeuren, dan benoemen critici in ieder geval één nadelig gevolg, namelijk: de bedoeling van de eerder genoemde richtlijn is om de positie van het midden- en kleinbedrijf te verbeteren, maar in het geval er inderdaad wettelijke handelsrente mag worden gevorderd bij kredietovereenkomsten, kan het de positie van dit segment verslechteren, indien men haar (financiële) verplichtingen niet zou nakomen en of we dat moeten willen?

Het wachten is nu op de eerste zaken….

mr H.G.J. Veldhuizen

Incasso onmogelijk, dan maar gijzelen!

Incasso onmogelijk, dan maar gijzelen!

In een beschaafd land als Nederland heeft de rechter in geschillen het laatste woord. Als partijen er niet meer uit komen, moet de zaak aan de rechter worden voorgelegd en die beslist. Is de uitspraak (na evt. hoger beroep of cassatie) eenmaal onherroepelijk, dan moet die nageleefd worden. Zo niet, dan verschijnt de deurwaarder ten tonele en wordt beslag gelegd op de bezittingen van de schuldenaar. Als dan nog niet wordt betaald, kunnen die bezittingen vervolgens openbaar worden verkocht.

Zo gaat dat bij geldvorderingen. Tenminste, als er wat is waarop de deurwaarder beslag kan leggen. In veel gevallen is dat niet zo. Nadat diverse beslagen zijn gelegd, blijkt bijv. dat uw debiteur in een leaseauto rijdt, dat alle inboedel op naam staat van zijn partner (hij is niet getrouwd of er zijn huwelijkse voorwaarden) en dat hij bij de bank gebruik maakt van kredietruimte en geen positief saldo heeft. Staat u met lege handen of is er nog een laatste optie? Wat kunt u nu nog doen?

U mag in ieder geval niet over gaan tot eigenrichting, dus het recht in eigen hand nemen. Laat staan dat u uw debiteur mag ontvoeren of hem het geld met geweld afpersen. Dat zijn strafbare feiten die ten strengste verboden zijn. Toch heeft de wetgever voor zo’n situatie een laatste drukmiddel in het leven geroepen dat associaties oproept met ontvoering en afpersing: de tenuitvoerlegging bij lijfsdwang, ook wel gijzeling genoemd, art. 585 en verder Rv. Dus toch een vorm van eigenrichting? Nee, want alleen de Kort Geding-rechter kan dit dwangmiddel opleggen en het kan slechts uitgevoerd worden door de krachtige arm van politie en justitie: uw schuldenaar wordt in hechtenis genomen en belandt in het gevang.

Dit kan zeker niet in alle gevallen, sterker nog, dit drukmiddel is nu juist niet bedoeld voor geldvorderingen. De gedachte daarachter is, dat voor dergelijke vorderingen verhaal moet worden gezocht in de vermogenssfeer. Voor de enkele onwilligheid om te betalen, moet iemand in principe niet gegijzeld kunnen worden. Er zijn echter enkele uitzonderingen. Als het gaat om de verplichting tot betaling van een geldsom aan een derde, waarbij u belang heeft (bijv. betalingen aan de bank op een schuld waarvoor u aansprakelijk bent), dan kan de wederpartij die dit nalaat daarvoor ook gegijzeld worden. En verder heeft de wetgever voor alimentatieverplichtingen uitdrukkelijk bepaald dat gijzeling mogelijk is. Men had daarbij vooral de alimentatieplichtige op het oog die zich aan geregelde arbeid onttrok, telkens van werkgever wisselde om aan loonbeslag te ontkomen of een eigen onderneming voerde met behulp van kredietruimte van de bank (waarop geen beslag gelegd kan worden) en/of aanwezige vermogensbestanddelen op naam van derden zette.

Iemand met dergelijke schulden kan in gijzeling worden genomen. Daarvoor is dan naast voldoende belang nog wel vereist dat aannemelijk is geworden dat de toepassing van een ander dwangmiddel (zoals beslag) onvoldoende uitkomst biedt en dat het voor de schuldenaar niet onmogelijk is om te betalen (het moet dus gaan om een onwillige debiteur). Een voorbeeld van een dergelijke zaak vindt u in de uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch van 19-8-2014, https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2014:2822

Heeft u op iemand een vordering tot een doen of nalaten (anders dan het rechtstreeks aan u betalen van een geldsom) of tot betaling van alimentatie en heeft beslag leggen niets opgeleverd terwijl uw debiteur (aantoonbaar!) wel de nodige middelen heeft om vrolijk verder te gaan, dan is het tijd voor een Kort Geding met de inzet om hem te gijzelen. Wij zijn u daarbij graag van dienst!

Wat is het beste moment om een vordering ter incasso aan te bieden?

Hoe snel ga ik achter een debiteur aan jagen d.m.v incasso zonder dat ik de relatie verpest? Ze betalen vast binnenkort wel, toch? Ze hebben altijd nog betaald; wel wat later maar het kwam wel. Laat ik ze maar niet opjagen, ze hebben het al lastig…Welke factuur betaal je zelf direct? Waarschijnlijk van die bedrijven of instanties waarvan je weet dat zij strikt zijn in de afspraken. Waar doe je goed aan? Uiteraard is je eigen gevoel hierin belangrijk, echter gaat het om duidelijk zijn. Je spreekt een product/dienst af tegen prijs/tarief X, levering op moment Y met betalingsvoorwaarden Z. Als we het ermee eens zijn, moet iedereen zijn verplichtingen na komen. Hierin is willekeur niet handig.

Incassobureau – welke mogelijkheden bieden ze mij?

De mogelijkheden die een incassobureau kan bieden, zijn over het algemeen wel bekend. Echter, het is niet alleen belangrijk wat ze doen, maar ook wanneer ze het doen. Laat je van tevoren informeren. Wat zijn de mogelijkheden in jouw zaak en hoe kijkt een incassobureau er tegenaan? In overleg bepalen wat de beste strategie is. Maar er zijn meerdere redenen om in zee te gaan met een incassospecialist. Een dergelijke specialist handelt namelijk puur zakelijk en laat emoties geen enkele rol spelen. Handelen uit woede of irritatie wordt hierdoor voorkomen. Dat zou de broze relatie met de debiteur natuurlijk niet ten goede komen. De kans op een goede en vooral vreedzame afloop wordt alleen maar kleiner. En vergeet niet: als je te laat je product of dienst levert, zullen zij snel in de telefoon klimmen. Dit vind je waarschijnlijk logisch; dan mag je ook verwachten dat zij op tijd betalen en als dit niet gebeurt je vervolgstappen zet (maak deze duidelijk op de factuur of aanmaning).

Raadpleeg incassobureau in een vroeg stadium

Je debiteur heeft wellicht nog meer schulden openstaan. Wacht je lang met het nemen van maatregelen, dan loop je de kans onder op de stapel te belanden. Wat is dan je lot? Dan komt het verhaal van die kale kip weer om de hoek kijken. Want als er geen geld is, zal er niet worden betaald. Hoe hard je ook schreeuwt, hoeveel brieven je ook stuurt. Het is wellicht een ietwat vreemde vergelijking, maar sommige debiteuren zijn net kinderen. Geef tijdig aan wat je van hen verwacht. Het schept duidelijkheid en blijkbaar heeft men daar behoefte aan.

Welke incassospecialist kan ik hiervoor inschakelen?

In principe kan elk incassobureau hiervoor worden ingeschakeld. Mits ze goed hun werk doen en kennis van zaken hebben. Van Loon Incasso Advocaten uit Veenendaal zich sinds 1975 hierin gespecialiseerd. De meerwaarde van Van Loon Incasso Advocaten is dat zij aansprekende resultaten boekt, snelle reactietijd en no cure no pay!

Debiteur – we zijn het bijna allemaal

De betalingsmoraal van de Nederlandse burger lijkt de laatste jaren veranderd. Schrikken we nog wel van een aanmaning van een incassobureau? Of kijken we niet eens meer op als de deurwaarder aanbelt? Vroeger schaamde je je dood, als een automatische incasso of betaling mislukte en er onverhoopt een betalingsherinnering op de deurmat plofte. Nu komt-ie op de grote hoop onder het motto: “Ik zal er volgende week eens naar kijken.” Zijn we gewend aan onze rol als wanbetaler? Het lijkt er wel op. En het is niet eens vreemd. Na het uitbreken van de crisis in 2008 is het voor velen lastiger geworden het hoofd boven water te houden en scharen we ons massaal onder de dubieuze debiteuren.

Betalingsmoraal verandert

Het ontvangen van aanmaningen is gemeengoed geworden. Zo lijkt het. In de samenleving is het meer en meer een geaccepteerd fenomeen. Uit cijfers is namelijk gebleken dat men niet koud of warm wordt van een bezoekje van de deurwaarder met een dagvaarding. In 2013 werden zo’n 200 duizend geschillen in aanwezigheid van een rechter beslecht. In 2012 was dat nog maar de helft. Blijkbaar vervullen we onze rol als debiteur met verve. Of het is desinteresse, of de situatie is dusdanig ernstig dat men simpelweg niet in staat is de rekeningen te betalen. Wat de reden ook is, het is opmerkelijk te constateren dat van een betalingsregeling – dit om de gang naar de rechter te vermijden – maar weinig gebruik wordt gemaakt.

De oorzaak zit ‘m ongetwijfeld in de crisisjaren die we net achter ons hebben. “Als je de centen niet hebt, kun je ook niet betalen”, zou Johan Cruijff mogelijk gezegd kunnen hebben. Echter verlegt de debiteur in die gedachtegang daarmee zijn probleem naar de schuldeiser die nu dat liquiditeitsprobleem dan maar moet dragen. Wat is er toch veranderd in Nederland en waar zijn onze morele principes gebleven?

Toch is het vreemd dat 155 duizend debiteuren niet wakker liggen van een bezoekje van de deurwaarder met de door ons en onze beroepsgenoten opgestelde dagvaardingen. Althans, dat zijn de woorden en constateringen van De Raad voor de Rechtspraak. De cijfers tonen zelfs aan dat de gang naar de rechter veel ‘populariteit’ geniet. Maar eigenlijk spekt de debiteur door te gaan procederen alleen onze portemonnee, aangezien we de zaken die we aanbrengen veelal ook winnen en de kosten daarmee voor de debiteur enkel oplopen.

Incassoproblemen – oplossing voorhanden

In welke situatie zit u? Bent u ook een debiteur? Hebt u ook problemen of heeft u een brief van Van Loon Incasso Advocaten ontvangen? Veel ellende is tegen te houden door tijdig en open te communiceren; door niet te reageren of het tot een procedure te laten komen, verdwijnt het probleem niet, in tegendeel het wordt enkel groter! De gedachte moet anders zijn, bijvoorbeeld: hoe kan ik – zonder dat ik direct de openstaande rekening moet betalen – een inbeslagname of rechtsgang tegenhouden? Vaak is een betalingsregeling eenvoudig te realiseren en voorkomt u onnodig veel extra kosten, die uiteindelijk toch betaald moeten worden. Het keywoord in deze is communiceren.

Van Loon Incasso Advocaten

Versterking van ons team

mr. H.G.J. (Lyon) Veldhuizen versterkt sinds 8 augustus jl. ons team. Hij is afgestudeerd aan de rechtenfaculteit van de Radboud universiteit te Nijmegen en heeft zijn kunsten al bij andere advocaten-kantoren laten zien.

Hij zal zijn kennis en vaardigheden met name gaan benutten voor het groeiende incassoproject van Van Loon Advocaten. Hij wordt de relatiebeheerder van onze incasso-cliënten en adviseert hen over de te volgen procedure en mogelijke (gerechtelijke) vervolgstappen en zal veelal incasso-dossiers inhoudelijk behandelen.

Lyon Veldhuizen is een ambitieuze jongeman die wil groeien tot een vaste waarde binnen ons kantoor. Naast het feit dat hij juridische/incasso-interesse heeft is Lyon sportief en ondernemend ingesteld.

Van Loon Incasso Advocaten