Burger vertrouwt incasso niet meer
Incasso’s hebben bij de Nederlandse burger een negatief imago. Dit fenomeen is niet van gisteren, en het zal waarschijnlijk niet snel veranderen. Maar waar komt het vandaan? Waarom wordt in Nederland de (automatische) incasso bij voorbaat al gewantrouwd? Nederlanders hebben doorgaans sterk het gevoel dat de verrichte incasso’s niet juist zijn. Het negatieve gevoel is zelfs zo erg dat 82 procent van de Nederlandse bevolking de afgelopen jaren het vertrouwen in de incasserende partij volledig heeft opgezegd. Maar waarom eigenlijk? Voorlopig blijkt nergens uit dat de betrokken partijen massaal onjuist incasseren.
Incasso’s worden niet vertrouwd
De bedragen die worden geïnd voor energie, verzekeringen en de huur of hypotheek worden tegenwoordig minutieus door de klant bekeken. De meeste Nederlanders blijken alles na te pluizen. Is de beloofde korting doorgevoerd? Staat het aantal belminuten correct vermeld? Klopt het eindbedrag? Dat Nederlanders op hun centen zitten, wisten we al. Daar lijkt vooralsnog niets mis mee. We staan bekend als een zuinig volkje dat door het buitenland nogal eens bespot wordt. Maar van waaruit is het wantrouwen ontstaan? Waarom krijgt de incasserende partij al bij voorbaat de rol van boeman toebedeeld?
De Erasmus Universiteit uit Rotterdam deed onlangs onderzoek naar het imago van incasso’s en incassobureaus. Zoals verwacht had de uitkomst van dit onderzoek een negatief karakter. Deels valt het te verklaren. Incassobureaus zijn nu eenmaal vaak bezig met impopulaire werkzaamheden. Het innen van openstaande bedragen en het ‘dwingen’ van debiteuren om tot betaling over te gaan, wordt zelden als een positieve bezigheid beschouwd. Daar valt niet zo veel aan te veranderen. Toch hangt er een omslag in de lucht.
De afgelopen jaren was het slecht gesteld met onze economie. Het heeft er echter wel voor gezorgd dat we steeds vaker met incassobureaus in aanraking zijn gekomen. Het niet kunnen betalen van een rekening overkomt ons steeds vaker, en we hoeven ons er – in tegenstelling tot bijvoorbeeld een decennium geleden – niet eens voor te schamen. Op het moment dat we in contact treden met ‘de mens’ achter het incassobureau, blijkt deze persoon prompt heel aardig en schappelijk te zijn. De betrokken medewerker – die aanvankelijk als stugge boekhouder of onbuigzame ambtenaar werd beschouwd – denkt volop mee aan een oplossing en stelt de klant centraal. Plots worden we min of meer genoodzaakt, zij het soms met enige schaamte, het negatieve beeld bij te stellen.
Bron: ad.nl